vrijdag 10 september 2010

We waren weer onderweg, Spike en ik. Ik wachtte op een bankje op de trein, die erg druk bevolkt zou gaan worden en in de tweede plaats ook nog laat aan ging komen. Dat was maar goed ook want heel last minute besefte ik dat de hond ook een kaartje moest hebben...

Pfieuw, net op tijd. Eenmaal terug op het vertrouwde bankje, slurpte ik van mijn koffie. Even later werd ik gebeld. Naast mij ging een vrouw met grote ogen vastberaden zitten om vervolgens met een hele luid volume angstige klank te vragen. “Gaat hij me bijten???”. Enigszins verbaasd en volledig in mijn gevoel antwoorde ik : “nou wat denkt u zelf?? Ik vond het zo’n stomme vraag. “ nou, nou, nou, mevrouw pin” klonk het aan de ander kant van de telefoon. “Hoezo??” Ik liet de mevrouw voor wat ze was en ging over op de praktische zaken, namelijk de tijd van aankomst van mijn vertraagde trein.

Toen eenmaal de trein verscheen konden we verderop gelijk instappen en een zitplaats veroveren. Ik zat nog niet of er verscheen vanuit het niets een klein blond meisje van een jaar of zes. Of ze het hondje mocht aaien. Ik vertelde haar dat ik eerst even rustig wou gaan zitten( want ik stond nog) en het hondje eerst even rustig moest worden. En dáárna moest ze maar weer een keertje vragen.

Ze had goed opgelet want eenmaal geïnstalleerd en de hond rustig. Verscheen ze weer ten tonele. Ze had ook een tekening bij zich voor de hond. Een hond met en zonder puntjes. Het waren er twee.

Of het hondje het mooi vond? Ja, zei ik, ik hoor net van het hondje dat hij hem heel erg mooi vindt. Ze bleef staan een aaide aaneengesloten de hond. De hond vond alles goed. Af en toe verscheen ze even, even aaien. En we voerden hele gesprekken over de hond van haar oma. En die had een gebroken enkel ( of het hier nu om de hond of de oma ging laat ik even in het midden). En ze had wel twee water, het was wel wat oud. En er zaten vliegjes in, maar het was wel lekker hoor. Tja, dat heb je wel eens.. Maar het hondje heeft genoeg te drinken gehad hoor. Ze ging weer rustig bij haar vader zitten..Tien minuten later kwam ze weer luid babbelend te voorschijn. En in haar hand een fotocamera. De hond moest op de foto. En tien minuten later moesten zowel zij als het hondje op de foto. Dat wou haar vader wel. Heer-lijk. Als het weer een mooie zomerdag was en ze ging met de trein, zouden we elkaar dan zien. “Wie weet”, zei ik, "wie weet". En dan mochten we ook wel bij haar komen.

In Assen stapte ze weer uit. Aan de hand van haar vader terwijl ze achterom keek en nog van alles aan het vertellen was. Al pratend verscheen ze uit het zicht. Ik was een mooie ontmoeting rijker, Spike was vereeuwigd. En een groot contrast in reacties op een hond werd deze treinreis in mijn schoot geworpen. Of dit nou een les moest zijn voor wat ik er eerder uitgeflapt had, weet ik niet. Maar grappig vond ik het wel.

1 opmerking:

Iets te roepen? Deel het!